DWidF: Pieter Wevels

Deze week in de Familiegeschiedenis: de eerste herbegrafenis van Pieter Wevels

Pieter Wevels overleed op 24 maart 1942. Hij werd herbegraven op 11 december 1947. Hij is een nakomeling van mijn voorouders Jacob Kleijwegt (1750-1803) en Leuntje Barendregt (1752-1832). Zo is hij verwant aan mijn oma Baaltje Elizabeth Bergwerff. Zijn verhaal verdient het om verteld te worden.

Pieter Wevels werd geboren op 7 april 1915 in Geervliet als zoon van Pieter Wevels sr., een timmerman, en zijn vrouw Maria Barendregt. Hij volgde een opleiding tot marconist (ook wel telegrafist of radio-officier genoemd). Volgens een interview met een nicht (AD 24-3-2012) wilde Pieter eigenlijk aan het werk in de luchtvaart. Aangezien hij hier geen werk kon vinden kwam hij terecht bij de zeevaart. Hij werd marconist aan boord van het schip MS Modjokerto van de Rotterdamsche Lloyd.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak zal de Modjokerto, evenals alle Nederlandse koopvaardijschepen, zijn ingezet voor de geallieerde oorlogsvoering. Dit kon betekenen dat zij gewoon levensmiddelen bleven vervoeren, maar ook bijvoorbeeld wapens of troepen. Ook werden de schepen (enigszins) bewapend, vanwege de gevaarlijke omstandigheden waar ze in terecht kwamen. Een Koninklijk Besluit op 6 juni 1940 verplichtte de opvarenden van de Nederlandse koopvaardijschepen om gedurende de oorlog tot nader order op de schepen te blijven werken (Vaarplicht). Pieter Wevels was dus in feite in geallieerde dienst.

Pieter Wevels (Foto afkomstig van het Lloyd-atelier)

Modjokerto

Op 27 februari 1942 lag de Modjokerto in de haven van Cilacap (toen: Tjilatjap) te Java, toen de slag in de Javazee losbarstte. Het kreeg opdracht, evenals de andere schepen in die haven, om meteen te vertrekken en op zee ten zuiden van Cilacap op nadere orders te wachten. Hoewel veel verslagen rapporteren dat de Modjokerto naar Australië onderweg was, lijkt dit toch niet het geval te zijn geweest. Uit verslagen uit 1942 blijkt dat de Modjokerto Colombo als bestemming had. 

Het grootste deel van de lading was al gelost en men was al begonnen met het inladen van een nieuwe lading met bestemming Mombai (toen: Bombay). Een deel van de bemanning was met verlof aan land toen de order kwam om naar zee te vertrekken. Uiteindelijk vertrok de Modjokerto dus op 28 februari met een haastig bij elkaar gezochte noodbemanning (van wie de namen niet bekend zijn).

Wat er vervolgens gebeurd is met de Modjokerto weten we onder meer uit het verslag van Adriaan Samuel Voorduijn. Hij was de kapitein van de MS Siantar, het zusterschip van de Modjokerto:

Op 1 maart rond 10 uur ontving de Siantar een noodsein van de Modjokerto dat er een vijandelijk vliegtuig gespot was. Niet veel later[1] kwam er een tweede sein dat de Modjokerto werd aangevallen door een vijandelijk bovenwaterschip. Hierbij werd ook de positie van het schip doorgegeven. Beide signalen werden verstuurd via de gewone frequentie. Nog een laatste sein werd van de Modjokerto ontvangen, verzonden via de noodinrichting: “sinking”.[2] Marconist Pieter Wevels deed tot het laatste moment zijn werk, in de chaos en het gevaar van de aanval, en werd zo het laatste bemanningslid van wie nog iets werd vernomen.

De Modjokerto in oorlogstijd te Vancouver (Foto: Walter E. Frost)

De bemanning van de Modjokerto

Men ging er van uit dat de volledige bemanning van de Modjokerto bij de Japanse aanval om het leven was gekomen. Zoals gezegd werd na het laatste noodsignaal niets meer van hen vernomen.

In 1946, toen de oorlog was afgelopen, werd er echter bij Kendari op het eiland Sulawesi (toen Celebes) een massagraf gevonden. De stoffelijke overschotten die in dit graf aangetroffen werden bleken afkomstig te zijn van de crews van twee schepen: de USS Edsall en de MS Modjokerto. Na deze vondst kon het resterende verhaal van Pieter Wevels en zijn collega’s worden gereconstrueerd:

Toen de Modjokerto ten onder ging, wist de bemanning zich (vermoedelijk in reddingsboten) in ‘veiligheid’ te brengen. Ze werden echter opgepikt door een Japans schip, dat hen mee nam naar Kendari, waar ze korte tijd in gevangenschap verbleven. Op 24 maart 1942 zijn al deze mannen door onthoofding om het leven gebracht.  

Oorlogsgraf

Nadat de mannen in het graf in Kendari gevonden waren, zijn ze in eerste instantie op 11 december 1947 herbegraven op het Ereveld Makassar (ook op Sulawesi). Makassar was één van de 21 Erevelden voor oorlogsslachtoffers, die na de oorlog ontstonden in het toenmalige Nederlands-Indië. Toen Indonesië soeverein werd, kwamen de Erevelden in het beheer van de Oorlogsgravenstichting.

De Oorlogsgravenstichting besloot in de jaren 60 uit praktische overwegingen om het aantal Erevelden terug te brengen. Makassar was één van de Erevelden die werd opgegeven. De daar begraven slachtoffers kregen een plek op de overgebleven Erevelden. Pieter Wevels is daarom sinds mei 1968 begraven op het Ereveld Ancol (op Java).

Alle belangrijke plaatsen op een kaart (Google)

Verwarring achteraf

Oorlog is een verwarrende tijd. Pieter werd in 1942 vermist, en verondersteld met het schip ten onder te zijn gegaan. Men ging er dus van uit dat 1 maart zijn overlijdensdatum was. In 1946 werd echter zijn stoffelijk overschot teruggevonden op Sulawesi en in 1947 daar herbegraven. Hoe is het dan mogelijk dat pas in 1950 zijn vermissing officieel werd omgezet in overlijden en hij werd ingeschreven in het Overlijdensregister van Geervliet (zijn laatste Nederlandse woonplaats) als zijnde overleden op 1 maart 1942 in de Indische Oceaan?

Tot op de dag van vandaag is 1 maart 1942 officieel Pieters overlijdensdatum. Ook in het dossier met betrekking tot het oorlogsgraf zien we deze verwarring terug. Nu eens wordt de ene, dan weer de andere datum genoemd. Op zijn graf in Ancol staat echter 24 maart 1942. Het voelt als een erkenning van het gruwelijke lot dat deze jonge man trof.

De laatste rustplaats van Pieter Wevels op het Ereveld Ancol (Foto: Oorlogsgravenstichting)

[1] In de twee verklaringen die de kapitein heeft afgelegd verschillen de tijden van de laatste twee seinen die van de Modjokerto verzonden werden.

[2] Ook hierbij werd nog een positie doorgegeven, maar aangezien de Siantar ook zelf vergaan was, moest de kapitein dit uit zijn herinnering vertellen en dit is dus niet zeker.

<– Meer blogs <–