Ons kent… de Kleijwegt-tak

Mijn overgrootmoeder was Neeltje Kleijwegt. Ik heb haar nooit gekend, want ze overleed ver voor mijn geboorte, op 73-jarige leeftijd. Ik weet heel weinig over haar, en wil bij deze ook meteen maar een oproepje doen aan mensen die haar nog gekend hebben. Wat voor iemand was zij? Wat was belangrijk voor haar? Hoe stond ze in het leven?

Wat ik wel weet, zijn de basisgegevens. Neeltje werd geboren op 9 januari 1893, op Rozenburg. Haar ouders zijn Cornelis Kleijwegt en Baaltje Elisabeth van Dam. Op 31 oktober 1918 trouwde zij met Frederik (roepnaam: Freek) Bergwerff. Zij heeft haar hele leven op Rozenburg doorgebracht, maar ze overleed in Rotterdam op 11 maart 1966. Op 15 maart werd zij op Rozenburg begraven.

Haar man, Frederik Bergwerff, heeft Neeltje nog 20 jaar overleefd. Hij overleed op 7 februari 1986 en werd bij zijn vrouw begraven. Ook hij was een echte Rozenburger, geboren en getogen. En als we kijken “van wie hij er eentje was”, vinden we al snel een bekende naam tussen zijn voorouders. Zijn oma van moeders kant heette namelijk Jannetje Kleijwegt. Dan rijst natuurlijk de vraag: waren oma Jannetje en echtgenote Neeltje familie van elkaar?

Het antwoord is een luid en duidelijk: jazeker! De ouders van Jannetje (dus de overgrootouders van Frederik Bergwerff), waren namelijk de grootouders van Neeltje (zie schema bovenaan de pagina). Frederik was dus niet alleen Neeltjes echtgenoot, maar ook haar achterneef (waarbij Neeltje een generatie ‘ouder’ was dan Frederik; in het Engels noemt men dat first cousins, once removed).

De Kleijwegten

De verwantschap tussen Neeltje en Frederik was dus nauw. Zo nauw zelfs, dat je eigenlijk zou verwachten dat een huwelijk tussen die twee volgens het Burgerlijk Wetboek in 1918 niet zou zijn toegestaan zonder dispensatie van de koningin. Toch lijkt dit huwelijk zonder speciale koninklijke toestemming en zonder problemen te hebben plaatsgevonden. Vermoedelijk was de verwantschap toch net ver genoeg verwijderd.

Afb. 1: Burgerlijk Wetboek van 1836 over het huwelijk tussen familieleden (Collectie: Google Books).

Toen ik deze relatie eenmaal in beeld had, werd ik nieuwsgierig naar die Kleijwegten. Was deze familie vergelijkbaar met de familie van der Kooij, waar onderlinge huwelijken aan de orde van de dag waren? Er was maar één manier om het uit te zoeken: terug naar het verleden. En dan daarvandaan weer naar het nu.

Naar het verleden

De gemeenschappelijke voorouders van Neeltje en Frederik waren Jacob Cornelisz Kleijwegt en Arjaantje van Dijk. Dat is al een aardig eindje in het verleden (Jacob werd geboren in 1811) en al die tijd leven de Kleijwegten op Rozenburg. Zouden ze daar altijd hebben gewoond? Hoe ver terug gaat de relatie van de Kleijwegten met Rozenburg?

Voor het antwoord op die vragen, gaan we nog 2 generaties verder het verleden in, naar de opa van Jacob Cornelisz, die ook zelf Jacob Cornelisz Kleijwegt heette. Hij is geboren in Maasland. Wanneer hij precies geboren is, weten we niet, omdat er van hem geen doopinschrijving bewaard is gebleven. Omdat bij zijn overlijden zijn leeftijd wordt genoemd, weten we wel dat hij omstreeks 1750 geboren moet zijn. Ook weten we iets over het gezin waarin hij opgroeide.

Afb. 2: de oorsprong van Kleijwegten op Rozenburg.

Jacobs vader heette Cornelis Jacobsz Kleijwegt. Ook hij werd geboren in Maasland in 1714. In 1739 trouwde hij met Dirkje Cornelisdr van Rhijn. Zij was Rozenburgse. Samen stichtten zij een gezin in Maasland. Eerst werden er 4 dochters geboren, en tenslotte Jacob. In 1759, toen Jacob ongeveer 9 jaar oud was, overleed zijn vader Cornelis. Hij werd begraven in Maasland. Zijn overlijden werd aangegeven in de klasse van 3 gulden. Dat is de laagste belastingklasse, gebaseerd op het vermogen van de overledene (afgezien van degenen die vrijgesteld waren, omdat ze zo weinig vermogen hadden).

Dirkje bleef achter met haar vijf kinderen. Een jaar later leed ze opnieuw een groot verlies: haar moeder overleed. Haar vader Cornelis Ariensz van Rhijn was al lang geleden overleden, want haar moeder Maria Jacobsdr van der Spijk werd al in 1728 weduwe genoemd. Cornelis was een Maassluizer geweest, maar Maria een echte Rozenburgse. Haar vader heette Jacob Abrahamsz van der Spijk en hij kreeg in 1674 zijn eerste kind op Rozenburg met zijn eerste vrouw. Maria was een dochter van Jacobs tweede vrouw, Annetje Pietersdr Roodenburg, en ze werd geboren in 1685. Dit is vermoedelijk de oorsprong van het Rozenburgse verhaal van de Kleijwegten.

Maria vinden we vanaf 1728 terug in talloze Rozenburgse (belasting-) papieren. Ze heeft met Cornelis Ariensz van Rhijn vier kinderen gekregen, maar het lijkt er op dat daarvan enkel haar dochter Dirkje haar overleeft. Maria’s Rozenburgse bezittingen, een huis en een aantal stukken land, gaan na haar overlijden allemaal over op Dirkje, die dan dus inmiddels ook al weduwe is.

Onbeantwoorde vragen

Wat er precies gebeurde na het overlijden van Dirkjes man en haar moeder, is niet helemaal duidelijk. Ze woonde in Maasland, maar in juni 1761 stelden schout en schepenen van Maasland een akte van indemniteit op voor de kinderen van Cornelis Jacobsz Kleijwegt (afbeelding 3). De kinderen verhuisden toen kennelijk naar Rozenburg. Met deze akte van indemniteit kreeg Rozenburg de garantie dat de kinderen weer zouden worden opgevangen door Maasland, als ze tot armoede zouden vervallen, zodat ze geen last zouden worden in hun nieuwe woonplaats. Aangezien we eerder al zagen dat hun vader in de laagste belastingklasse werd begraven, verbaast het niet dat zijn kinderen een dergelijke akte nodig hadden.

Afb. 3: Akte van indemniteit voor Jacob Cornelisz Kleijwegt en zijn zussen (Collectie: Stadsarchief Rotterdam).

Toch blijven er een aantal vragen open staan. Voor de kinderen was er een akte van indemniteit, maar voor de moeder niet? Verhuisden alleen de kinderen naar Rozenburg? Maar je zou juist verwachten dat moeder Dirkje alle reden had om naar Rozenburg te trekken, als haar moeder haar daar juist de genoemde bezittingen had nagelaten.

Een andere vraag is die van de welvaart van het gezin. Want waar Dirkjes man Cornelis werd begraven in de laagste belastingklasse, werd haar moeder Maria begraven in de één na hoogste klasse (15 gulden), wat aangeeft dat zij redelijk welgesteld was. Zou Dirkje dan, na het overlijden van haar moeder, niet diezelfde welstand bereikt hebben? En zo ja, waarom hadden haar kinderen dan een akte van indemniteit nodig voor hun verhuizing?

Soms kunnen niet alle vragen worden beantwoord, omdat de documenten waar de antwoorden in staan niet bewaard zijn gebleven of zaken zelfs nooit gedocumenteerd zijn geweest. En soms moeten we nog wat meer geduld hebben, en komen op een gegeven moment de antwoorden alsnog bovendrijven. Voor nu zit er niets anders op, dan accepteren dat details rond de verhuizing van Jacob en zijn zussen naar Rozenburg ietwat mysterieus blijven.

En toen was daar Jacob

Eindelijk zit er dan een Kleijwegt op Rozenburg. Geboren in Maasland. Jong vaderloos geworden. Enige zoon in een familie van vrouwen. Verhuisd naar een eiland. Wat zou er van hem worden?

Wel, hij wortelt op Rozenburg. Enkele kale feiten:

  • Tussen 1763 en 1772 trouwen al Jacobs zussen met mannen van buiten Rozenburg en bouwen hun leven op in andere plaatsen.
  • In 1773 trouwt Jacob zelf met Leuntje Klaasdr Barendregt. Een Rozenburgse van geboorte.
  • Tussen 1774 en 1776 krijgt het echtpaar 3 doodgeboren kinderen.
  • Tussen 1778 en 1788 krijgt het echtpaar 5 kinderen, van wie er 4 volwassen worden.
  • Jacob overlijdt in 1803 op Rozenburg. Zijn vrouw Leuntje overleeft hem nog 29 jaar.

Vermoedelijk in februari 1778 overlijdt Jacobs moeder Dirkje te Maasland. Zij wordt begraven in de hoogste belastingklasse (30 gulden). Een heel verschil met haar man 19 jaar eerder. Na haar overlijden erven Jacob en drie van zijn zussen haar bezittingen (de jongste zus is al eerder overleden). Jacob koopt zijn zussen uit in december 1778. Zo komt het volledige Rozenburgse bezit van Maria Jacobsdr van der Spijk nu in bezit van haar kleinzoon Jacob Cornelisz Kleijwegt.

Afb. 4: In geel: het land in de polder Oud Rozenburg dat in 1811 in bezit was van Jacobs weduwe; in groen: land dat gedeeld bezit was met iemand anders. Een deel van het gele land was al in bezit van Maria van der Spijk (Collectie: Universiteit Utrecht, via OldMapsOnline).

Financieel lijkt het Jacob voor de wind te gaan. Hij heeft dus het huis en het land van Maria van der Spijk in 1778 in handen gekregen. Dit ligt allemaal in de polder Oud Rozenburg (afbeelding 4). In 1811, 8 jaar na Jacobs overlijden, blijkt dit bezit nog behoorlijk te zijn uitgebreid. Een deel van dit land heeft Jacob zelf nog tijdens zijn leven aangekocht. Een deel zal vermoedelijk na zijn overlijden zijn aangekocht door zijn weduwe. In ieder geval zijn er vermeldingen terug te vinden dat zij land kocht. Hierdoor heeft Leuntje (de weduwe J. Kleijwegt) in 1811 onder andere een groot deel van de polder Nieuw Rozenburg in handen (afbeelding 5).

Afb. 5: In geel: het land in de polder Nieuw Rozenburg dat in 1811 in bezit was van Jacobs weduwe; in groen: land dat gedeeld bezit was met iemand anders (Collectie: Universiteit Utrecht, via OldMapsOnline).

Jacob lijkt op Rozenburg ook zodanig geworteld te raken, dat hij betrokken raakt bij het bestuur van het eiland. In de periode tussen 1783 en 1797 is hij 8 jaar schepen, een positie met het nodige aanzien. Men beschouwt hem kennelijk als een betrouwbaar man, zoals we ook kunnen afleiden uit het feit dat hij meermaals optreedt als voogd. In het jaar 1800 heeft hij zelfs 3 voogdijschappen onder zijn hoede, waardoor hij zich niet in staat voelt om deze verantwoordelijkheid in een vierde geval op zich te nemen. Hij schrijft aan schout en schepenen om zich te excuseren.

In februari 1803 overlijdt Jacob op 53-jarige leeftijd. Evenals zijn moeder Dirkje wordt zijn overlijden aangegeven in de hoogste belastingklasse (30 gulden). Hij wordt op 22 februari begraven in de kerk van Rozenburg.

Hoewel ik niet heb uitgezocht wat Leuntje meebracht in dit huwelijk, is het duidelijk dat Jacob zich in de (relatief korte) tijd die hij had, behoorlijk heeft weten op te werken: van een vaderloze jongen, die een akte van indemniteit nodig had om op Rozenburg te komen wonen, tot een man die zich nuttig maakte in de samenleving en zijn weduwe niet onbemiddeld achterliet.

Naar het heden

Ik heb een poging gedaan het nageslacht van Jacob en Leuntje in beeld te krijgen. Vanwege de openbaarheidsbeperkingen van recente documenten en vanwege het feit dat nog niet alles even gemakkelijk terug te vinden is, ben ik er zeker van dat ik nog niet het volledige nageslacht gevonden heb. Toch heb ik al een indrukwekkend totaal van 1260 nakomelingen weten terug te vinden. Ter vergelijk: voor Jan Klaasz Dikken en Sara Margaretha Zwierink heb ik hetzelfde onderzoek gedaan, en bij hen kwam ik slechts tot 318 nakomelingen. Nu was Jan Dikken ongeveer een generatie jonger dan Jacob Kleijwegt, maar het verschil is toch opvallend groot.

Afb. 6: de eerste vier generaties van de nakomelingen van Jacob en Leuntje (in het midden), met focus op de achternamen.

De kinderen van Jacob en Leuntje stichten allemaal een gezin op Rozenburg. Alleen dochter Dirkje verhuist na enkele jaren naar Maasland met haar gezin. Voor zover ik kon nagaan, is haar tak al snel uitgestorven. Haar broers Cornelis, Klaas en Kors hebben echter vele nakomelingen, vermoedelijk tot op de dag van vandaag.

Cornelis en Klaas zijn beide tweemaal getrouwd geweest. Cornelis met Neeltje de Bruijn en Arendje Berkel, Klaas met Neeltje Rodenburg en Anna Verkade. Klaas overleed echter al een jaar na zijn tweede huwelijk, in 1813. Van de broers neemt hij het kleinste gedeelte van het nageslacht voor zijn rekening. Verreweg het grootste gedeelte van het Kleijwegt-nageslacht (ongeveer de helft, zie afbeelding 6) is voortgebracht door Kors met zijn vrouw Lena van Dijk.

De nakomelingen van Jacob en Leuntje blijven voor het grootste gedeelte in de onderzochte periode op Rozenburg wonen. Een gedeelte gaat wonen in de omringende gemeenten, of in Rotterdam, en een zeer klein gedeelte trekt verder weg. Wanneer we kijken naar de nakomelingen die nog de naam Kleijwegt dragen, blijkt in 2007 dat er nog 35 op Rozenburg wonen.[1] Dat lijkt weinig. Wellicht zijn er onder invloed van de ontwikkelingen op Rozenburg (afbeelding 7) in de afgelopen eeuw de nodige Kleijwegten weggetrokken, mogelijk naar Maassluis, dat in dat jaar koploper is met 41 Kleijwegten. Rozenburg blijft echter in de top 3 staan, met op nummer 3 Rotterdam (30 Kleijwegten).

Afb. 7: Kaart met de situatie in 1727, over de huidige situatie gelegd. Jacobs nakomelingen hebben Rozenburg sterk zien veranderen (Collectie: Universiteit Utrecht, via OldMapsOnline).

Omdat ik alle lijnen heb gevolgd, niet alleen de mannelijke, vinden we in het nageslacht van Jacob en Leuntje niet alleen Kleijwegten. Enkele namen die zeer goed vertegenwoordigd zijn, zijn: Barendregt, Groenewegen, Lievaart, Oosterlee, Stolk, Van Baalen, Van der Meer en Van Dijk (zie afbeelding 6). Kennelijk waren dit families die geregeld met de Kleijwegten omgingen, want meer dan eens zien we dat meerdere kinderen uit een gezin trouwen met ‘Kleijwegten’.

Leuk detail: Zoals gezegd is er een vrij groot aantal Barendregten te vinden in het nageslacht van Jacob en Leuntje. Die naam hebben ze uiteraard niet geërfd van Leuntje. Toch zijn ze wel ook via de Barendregt-kant aan haar verwant. Alle nakomelingen van Jacob en Leuntje die de naam Barendregt dragen, zijn namelijk ook nakomelingen van Leuntjes jongere broer Kors Barendregt.

Conclusie

Ten slotte komen we dan toe aan de beantwoording van de vraag, waarmee ik begon: lijken de Kleijwegten qua huwelijkspolitiek op de Van der Kooijen? Hoewel deze vraag niet eenvoudig te beantwoorden is, is wel duidelijk dat de groep mensen waaruit huwelijkspartners gekozen werden, niet heel groot was. Mogelijk is dit een gevolg van het feit dat men op een eiland leefde, hetgeen een bepaalde mate van isolatie met zich mee brengt. We hebben gezien dat bepaalde families vaker een relatie aangingen met elkaar. Dat betekent echter niet automatisch dat bijvoorbeeld neven vaak met nichten trouwden, of met achternichten. Het lijkt er zelfs op dat dat eerder uitzonderlijk was voor de Kleijwegten.

We kunnen bijvoorbeeld kijken naar de generatie nakomelingen die geboren werd van 1910 tot en met 1919. Ik heb 144 nakomelingen gevonden voor die 10 jaar. Van die 144 nakomelingen zijn er 115 (dat is bijna 80%) die maar op 1 manier van Jacob en Leuntje afstammen. 20 nakomelingen stammen op 2 manieren van hen af (bijvoorbeeld via hun vader en via hun moeder) en slechts 9 stammen op 3 manieren van hen af.[2] Niemand stamt op meer dan 3 manieren van Jacob en Leuntje af.

Afb. 8: De ondertrouw-inschrijving van Jacob en Leuntje in het trouwboek van de kerk van Rozenburg in 1773 (Collectie: FamilySearch).

In de meeste gevallen zijn er nog andere verwantschappen te vinden, die niet op een afstamming wijzen, maar op een ander soort relatie, zoals stief-kleinkind of aangetrouwde achternicht. Meestal gaat dat om één of enkele relaties, maar er zijn ook situaties zoals van bijvoorbeeld de kinderen van Johannes Simon Voorberg en Petronella Frederika Bergwerff (getrouwd: Rozenburg 14 april 1910). Volgens mijn stamboomprogramma zouden zij op maar liefst 20 manieren verwant zijn aan Jacob en Leuntje. Ze stammen echter maar op 1 manier rechtstreeks van hen af. De overige 19 relaties lopen van een voor de hand liggende ‘niece/nephew of wife of 2nd great grandson’ (nicht/neef van de vrouw van de betachterkleinzoon), tot een gecompliceerde relatie die wordt omschreven als ‘niece/nephew of wife of 2nd cousin once removed of wife of nephew of 1st cousin 3x removed of step grandmother’ (nicht/neef van de vrouw van de achterneef (generatie ouder/jonger) van de vrouw van de neef van de neef (3 generaties ouder/jonger) van de stiefoma). Dat is natuurlijk veel te ingewikkeld om te kunnen volgen, en het is zo ver van elkaar verwijderd, dat je het nauwelijks nog familie kunt noemen. Maar ik kon het toch niet laten om even te kijken hoe die lijn dan liep. En wat blijkt? De relatie loopt via…. Jacob Gabrielsz van der Kooij en Annetje Arentsdr Dijkshoorn! Die duiken toch stiekem weer overal op!

Concluderend kunnen we echter wel stellen dat de Kleijwegten er een heel andere huwelijkspolitiek op nahielden dan de van der Kooijen. Anders zouden veel meer nakomelingen meer dan 1 lijntje naar Jacob en Leuntje hebben gehad. Aan het eind van dit onderzoek verbaast deze conclusie mij toch, juist omdat ik tijdens het onderzoek zo vaak dezelfde namen zag terugkomen. Maar zoals een Rozenburgse recent tegen me zei: “Op Rozenburg was bijna iedereen familie van elkaar, net geen inteelt”. Volgens mij vat dat de resultaten van dit onderzoek perfect samen. Ik denk dan ook dat heel veel echte Rozenburgers, of ze nu Kleijwegt heten, of Barendregt, of Lievaart, of nog heel iets anders, op één of andere manier afstammen van Jacob en Leuntje!


[1] Het is niet helemaal zeker of dit allemaal nakomelingen zijn van Jacob en Leuntje, maar die kans lijkt wel groot.

[2] Toevallig is Pieter Wevels één van de 9 nakomelingen die op 3 manieren van Jacob en Leuntje afstamt.


Voor de liefhebber: Fragmentparenteel Van der Spijk / Van Rhijn / Kleijwegt